Algemene informatie
Tot 1335 maakte men in de Tielerwaard en Bommelerwaard gebruik van de schepenbank in Zaltbommel. In dat jaar werd het gebied opgesplitst: op 27 maart 1335 werden de schepenbanken van Tuil, Deil, Zuilichem en Driel opgericht. Zie Nijhoff, Gedenkwaardigheden, deel 1, No 302, pag. 348.
Oudere schepenbrieven van Zaltbommel die qua gebied vielen onder de nieuwe rechtbanken bleven daarna "in haar macht" maar moesten worden gericht met de richter en schepenen waar het gebied onder viel.
(NB. een merkwaardige uitzondering vormt nr. 421 van het Cartularium der Abdij Marienweerd, op 5 dec. 1333. Deze betreft land in Ophemert en de schenking vindt plaats voor schepenen van Tiel).
Het gericht van de Bank van Tuil omvatte: Zennewijnen, Ophemert, Varik, Heesselt, Neerijnen, Waardenburg, Tuil, Haaften, Hellouw, Herwijnen en Vuren.
Vanaf 1335 zouden er dus boeken moeten zijn geweest waarin de actes werden genoteerd van de Bank van Tuil. Tegenwoordig beginnen de bewaarde boeken rond 1525 en is er een gat van vrijwel 200 jaar.
En er zijn meer vermiste periodes. Onder andere ontbreken van de Bank van Tuil actes over de periode 1573-1576 en 1631-1637. Ook daarvan worden soms afschriften gevonden die hier zullen worden gepubliceerd.
De nog bestaande signaten zijn te vinden bij het Gelders Archief, toegang 0201, ORA Tuil.
De samenstelling van de schepenbank
Een schepenbank bestond uit 8 schepenen, een secretaris en een richter.
Nadere informatie over de schepenen is hier te vinden.
De secretaris vervulde juridische en administratieve taken voor de schepenbank. Hij bleef vaak lang aan, maar wordt toch maar zelden in de akten genoemd. Nadere informatie is hier te vinden.
Aan het hoofd van de schepenbank stond de richter.
De Schepenbank van Waardenburg
Er is ook nog een bijzonder geval bekend. Namelijk enkele raadselachtige oorkondes van de "Bank van Waardenburg". Daarvan zijn er hier enkele opgenomen, namelijk op 23-05-1535, 13-6-1537 en 28-04-1538 ("Wij Goissen Aertzen ind Rembout Remboutz schepen in Weerdenburch tuijgen ...").
Dat mysterie werd opgehelderd door de vondst van stukken in toegang 3020, Archieven van de stad Zaltbommel. Daaruit bleek dat de Walraven van Arkel, Heer van Waardenburg, een eigen schepenbank had opgericht. Deze onrechtmatige actie van Walraven werd niet gewaardeerd en hem werd verteld daarmee te stoppen.
Zie: "Akte waarbij burgemeesters, schepenen en raad van de stad Nymegen vidimus geven van een akte van 29 juni 1538, waarbij bannerheren, ridderschap en steden, op de landdag te Nymegen vergaderd, uitspraak doen in de geschillen tussen de stad Saltbommel en Walraven van Arckell, ridder, heer tot Werdenborch, waarbij o.a. bepaald wordt, dat de door laatstgenoemde in zijn heerlijkheid opgerichte schepenstoel voortaan geen zaken meer behandelen mag, maar dat deze tot de competentie van de bank van Tuyll behoren.".
In de akte wordt gesteld dat bepaald is dat er in de Tielerwaard maar 2 schepenbanken zullen zijn (in Tuil en Deil). Met Walraven van Arkel wordt overeengekomen dat die schepenbank wordt opgeheven.
Dit loste het probleem van de mysterieuze schepenbank op.
Verrassend was daarna de vondst van actes in een signaat van de Bank van Deil. Ten eerste dat ze überhaupt ergens stonden, en ten tweede valt Waardenburg buiten het district van die schepenbank. Normaliter zouden ze moeten staan in een signaat van de Bank van Tuil.
ORA Deil, inv. 1089, begint met akten van deze Bank van Waardenburg.
Dit beslaat de folio's 2 t/m 12 (1536-1539). De bovengenoemde acte van 28-04-1538 staat (verkort) op folio 11v.
Op folio 1 staat de naam van de secretaris, "Joanne Rosseo", Jan van Rossem. Dat is dezelfde als voor de Banken van Deil en Tuil.
De schepenen van deze rechtbank waren bewoners (of grondeigenaren?) in Waardenburg en Neerijnen en de behandelde zaken betreffen ook alleen deze dorpen.
|